Wat is vaccinatie?
Door een klein stukje eiwit van een virus of bacterie te injecteren worden er antilichamen aangemaakt tegen deze ziekteverwekkers. Doordat gevaccineerde mensen en dieren antilichamen bij zich hebben, beschermen zij ook elkaar! Sinds dieren gevaccineerd worden, komt sterfte door virale aandoeningen vrijwel niet meer voor. Nog niet zo heel lang geleden in de jaren 80 stierven nog heel veel pups door het parvovirus. Tegenwoordig worden pups ingevoerd vanuit oa Oost-Europa en kunnen zo ook ziektes meenemen uit deze landen waar de gezondheidszorg voor dieren lang niet het niveau van ons land haalt.
Waarom enten?
De voordelen van enten zijn heel duidelijk. De dieren die gevaccineerd worden krijgen vrijwel geen ziekteverschijnselen meer en overlijden hier niet meer aan. De ziektes waartegen wordt gevaccineerd komen echter nog wel voor. Als we stoppen met enten dan nemen we een groot risico. Als steeds meer mensen of dieren niet meer gevaccineerd zouden worden dan komt de algehele gezondheid van de gemeenschap in gevaar.
De ziektes waartegen gevaccineerd wordt bij honden zijn: de ziekte van Weil (leptospirose) Hondenziekte (Canine Distemper), besmettelijke leverziekte (HCC) en eventueel kennelhoest en hondsdolheid (Rabies).
Bij de katten zijn de meeste gegeven entingen de kattenziekte (Feline Parvo virus) en niesziekte (Calici-virus en Herpes virus en evt. Chlamydia).
Als jonge honden en katten geboren worden krijgen ze hun eerste weerstand door middel van het drinken van de eerste melk bij hun moeder. Deze weerstand neemt echter weer af gedurende de eerste 6 -12 weken bij de pup en bij kittens na 9-12 weken. Tijdens deze gevoelige periode krijgen de dieren hun eerste vaccinaties zodat zij deze periode goed doorkomen.
Om een goede weerstand op te bouwen dienen pups 3 keer gevaccineerd te worden, namelijk op 6-9-12 weken leeftijd en kittens op 9-12 weken leeftijd en op 1 jaar. Door dit schema aan te houden is de overlevings kans optimaal. Daarna wordt elk jaar bij honden de leptosprirose-enting gegeven en elk 3e jaar de hele cocktail.
Bij katten elk jaar de niesziekte en elk 3e jaar de katten- niesziekte. De leptospirose vaccinatie beschermt ook mensen tegen deze ziekte. De ziekte van Weil is namelijk besmettelijk voor mensen en kan leiden tot ernstige lever en nierproblemen.
De laatste tijd wordt steeds vaker de vraag gesteld om huisdieren te titeren.
Wat verstaat men hieronder?
Door middel van wat bloedafname wordt de hoeveelheid antilichamen tegen virussen waartegen geënt wordt, bepaald met de bedoeling om in te schatten of de weerstand van uw huisdier nog voldoende is tegen betreffende ziektes. De bedoeling hiervan is om het aantal vaccinaties, waar dat kan , tot en minimum te verminderen zonder dat de gezondheid in gevaar komt.
Eigenaren zijn vooral bang voor de bijwerkingen van de entingen. Het aantal dieren waarbij bijwerkingen optreden is gering, namelijk 0,38 %. ( dit is bij een grootschalig onderzoek van 1.25 miljoen dieren bepaald ). De meest voorkomende bijwerkingen zijn vooral de zwellingen, welke goed te behandelen zijn.
Welke ziektes zijn te titeren en wat betekent de uitslag?
Er is een test op de markt waarbij we aan de praktijk antilichamen tegen hondenziekte , leverziekte en parvo aan kunnen tonen. De uitslag geeft een waarde aan maar kan niet voorspellen hoe lang er nog voldoende antilichamen aanwezig zijn en is niet aan te geven of uw dier dan nog optimaal beschermd is. Daarnaast moet er jaarlijks tegen de Ziekte van Weil gevaccineerd worden aangezien de weerstand tegen deze ziekte per jaar verloopt en daarnaast ook van hond op mens besmettelijk is.
Er zijn wel momenten aan te wijzen dat titeren zinvol zou kunnen zijn, namelijk als een dier gevonden is waarvan de entstatus niet bekend is en als jonge dieren 6 maanden oud zijn om te zien of de entingen goed zijn aangeslagen. De hondsdolheid en kennelhoest worden gevaccineerd als dat nodig is ( bijvoorbeeld als dieren naar buitenland gaan, hetgeen wettelijk geregeld is of naar het pension , die zijn eigen regels hanteert)
De ziekte van Weil is niet te titeren en moet toch elk jaar worden gegeven omdat de bescherming niet lang genoeg aanhoudt. Daarnaast is de ziekte van Weil een zoonose, dat betekent dat het van dier op mens kan overgaan en omgekeerd. Uw huisdier zal dus toch jaarlijks gevaccineerd moeten worden.
Vaccinatie van dieren is vooral bedoeld om uw dier gezond te houden en verspreiding van ziektes tegen te gaan.